Algemene Regels en Toepassing van Signaallampen
- Algemene Regels en Toepassing van Signaallampen
Oranje signaallampen zijn bedoeld voor voertuigen die een tijdelijke gevaarlijke situatie creëren, zoals onderhouds- en servicevoertuigen. Blauwe signaallampen zijn uitsluitend toegestaan voor prioritaire voertuigen (bijv. politie, brandweer en ambulance) en mogen alleen worden gebruikt in noodsituaties. - Gedetailleerde Montagevoorschriften voor Signaallampen
Bij de montage van signaallampen moet rekening worden gehouden met de hoogte, de zichtbaarheid en de bevestiging. Deze voorschriften waarborgen de effectiviteit van de verlichting en zorgen ervoor dat de installatie voldoet aan Europese normen.
Algemene Montage-eisen
Signaallampen moeten voldoen aan zichtbaarheidsnormen zoals vastgelegd in ECE R65 en de richtlijnen voor elektromagnetische compatibiliteit zoals gedefinieerd in EMC R10.
- E-markering: Alle goedgekeurde signaallampen moeten voorzien zijn van een E-keurmerk, wat aangeeft dat de lamp voldoet aan de Europese eisen.
- R65: Deze norm omvat eisen rond zichtbaarheid, kleur en intensiteit, en schrijft voor dat signaallampen goed zichtbaar zijn vanuit een bepaalde hoek en afstand.
- EMC R10: Deze norm zorgt ervoor dat verlichting geen storingen veroorzaakt bij andere elektronische systemen.
Plaatsing en Hoogte van de Signaallampen - Hoogtevereisten: Signaallampen moeten minstens 2,5 meter boven de grond worden gemonteerd om maximale zichtbaarheid te waarborgen, vooral bij grotere voertuigen. Dit zorgt ervoor dat de lampen niet gehinderd worden door andere voertuigonderdelen en vanuit verschillende hoeken goed zichtbaar zijn.
- Zichtbaarheid en Hoek: Volgens de R65-richtlijnen moeten signaallampen zichtbaar zijn vanaf een hoek van 10 tot 90 graden, tot een afstand van 50 meter in het donker. Blauwe signaallampen dienen centraal op het voertuig (bijv. op het dak) geplaatst te worden voor optimale zichtbaarheid vanuit alle hoeken. Indien lading of voertuigonderdelen de zichtbaarheid belemmeren, kunnen extra lampen noodzakelijk zijn.
Klasse 1 en Klasse 2 Lichtintensiteit
De lichtintensiteit van signaallampen wordt ingedeeld in Klasse 1 en Klasse 2: - Klasse 1: Geschikt voor gebruik in donkere omstandigheden, met een lagere lichtintensiteit die voldoende zichtbaarheid biedt bij weinig omgevingslicht. Deze klasse wordt vaak gebruikt voor oranje signalisatielampen die 's nachts of bij normale omstandigheden voldoende zichtbaar zijn.
- Klasse 2: Ontworpen voor gebruik tijdens de dag, met een hogere lichtintensiteit die nodig is om goed zichtbaar te zijn bij daglicht. Deze klasse biedt een sterkere intensiteit om zichtbaarheid te garanderen onder fel licht, ideaal voor voertuigen die in zonnige of uitdagende zichtomstandigheden werken.
Technische Specificaties en Bevestigingsvoorschriften - Flitsfrequentie en Intensiteit: De flitsfrequentie voor oranje lampen moet tussen 1 Hz en 4 Hz liggen. Voor blauwe lampen moet de lichtintensiteit minimaal 100 cd bedragen, zoals gedefinieerd in ECE R65.
- Kleurconsistentie: Oranje lampen moeten voldoen aan de kleurvereisten voor geel-oranje, en blauwe lampen moeten een specifieke blauwheid vertonen die duidelijk zichtbaar is, zoals vastgesteld in de normen.
- Bevestiging en Stabiliteit: Signaallampen moeten stevig gemonteerd zijn met behulp van roestvrije bevestigingen en moeten bestand zijn tegen weersomstandigheden. Minimaal een IP65-classificatie is vereist voor water- en stofbestendigheid, wat essentiële bescherming biedt voor apparatuur die aan zware omstandigheden wordt blootgesteld.
- Kabelbeveiliging en EMC-richtlijnen: De bedrading moet voldoen aan EMC R10 om interferentie te voorkomen en stabiele werking te garanderen.
Samenvatting: Wanneer Mag je Signaallampen Gebruiken?
- Oranje Lampen: Alleen inschakelen wanneer het voertuig een mogelijke belemmering vormt voor andere weggebruikers (bijvoorbeeld stilstaan langs de weg). Niet bedoeld voor continu gebruik tijdens normaal rijden.
- Blauwe Lampen: Uitsluitend voor prioritaire voertuigen en alleen in noodgevallen om prioriteit op de weg aan te geven.
Dit document dient als referentie om aan de wettelijke eisen en montagevoorschriften te voldoen. AEB raadt aan om gecertificeerde producten te gebruiken en de installatie door een vakman te laten uitvoeren voor optimale naleving van de normen.